- aansluiten
- {{aansluiten}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [verbinden] connect ⇒ join, link2 [doen sluiten zonder tussenruimte] close ⇒ link up♦voorbeelden:1 een nieuwe abonnee aansluiten • connect a new subscriber 〈telefoon enz.〉2 de gelederen aansluiten • close the ranksII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [passen] fit ⇒ be tight-fitting 〈kleren〉, 〈harmoniëren〉 fit in (with), 〈harmoniëren〉 be in keeping (with)2 [met betrekking tot personen] close up♦voorbeelden:1 die plank sluit niet aan • that board does not fitdeze weg sluit aan op de snelweg • this road links up with the motorway2 wilt u daar aansluiten? • will you queue up there, please?aansluiten! • close up!III 〈wederkerend werkwoord; zich aansluiten〉1 [zich voegen bij] join ⇒ become a member of2 [partij/standpunt kiezen] join (in)♦voorbeelden:1 zij sluit zich niet gemakkelijk aan (bij anderen) • she does not easily mix2 zich bij de vorige spreker aansluiten • agree with the preceding speakerzich bij een partij aansluiten • join a partydaar sluit ik me graag bij aan • I would like to second that
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.